Buisman, M. & Allen, J. (2015)
Rapport Onderzoek laaggeletterden. Kansen voor bibliotheken om laaggeletterden te bereiken
Rapport 15-11
Den Haag: Koninklijke Bibliotheek
Contactpersoon
Marieke Buisman
In Nederland zijn 1,3 miljoen mensen laaggeletterd. Hoe kunnen bibliotheken een grotere rol spelen in de aanpak van laaggeletterdheid? In opdracht van de Koninklijke Bibliotheek (KB) voerden het Kohnstamm Instituut (UvA) en het ROA (Maastricht University) hier onderzoek naar uit. Aan de hand van focusgroepsgesprekken met laaggeletterden, interviews met medewerkers van bibliotheken en secundaire analyses op PIAAC-data wordt is het bereik van laaggeletterden door bibliotheken in kaart gebracht.
Bibliotheek is niet per definitie een laagdrempelige voorziening voor laaggeletterden
In de aanpak van laaggeletterdheid verandert de positie van traditionele taalaanbieders (roc’s) door de stapsgewijze afschaffing van de verplichte inkoop van taaltrajecten door gemeenten. Gemeenten krijgen meer ruimte om een breder aanbod aan scholingstrajecten in te zetten. Daardoor neemt de rol van non-formele en informele taaltrajecten en de inzet van vrijwilligers toe: er wordt steeds meer non-formeel scholingsaanbod ontwikkeld om mensen op laagdrempelige manier te helpen met het verbeteren van (hun) taalvaardigheid. Daarbinnen wordt de rol van maatschappelijke organisaties -bibliotheken en welzijnsinstellingen- belangrijker. Dat biedt kansen voor bibliotheken om een belangrijke verbindende schakel vormen binnen de regionale aanpak van laaggeletterdheid, bijvoorbeeld door de huisvesting van een Taalpunt: één loket dat overzicht biedt van het informele, formele en non-formele scholingsaanbod op het gebied van taal en digitale vaardigheden.
Echter, slechts bijna een op de drie laaggeletterden bezoekt wel eens een bibliotheek. Laaggeletterden vinden het taalaanbod in de bibliotheek vooral door doorverwijzing door andere organisaties. Laaggeletterden zelf zien zichzelf vaak niet als een doelgroep voor de bibliotheek: zij associëren de bibliotheek vooral met lezen voor je plezier, niet om praktische taalvaardigheid op te doen. Geïnterviewde bibliotheekmedewerkers zijn zich er van bewust dat zij voor laaggeletterden vaak geen laagdrempelige voorziening zijn.
Taalaanbod van de bibliotheek biedt aanknopingspunten om preventieve en curatieve aanpak van laaggeletterdheid te verbinden
De meerderheid van de groep laaggeletterde bibliotheekbezoekers (53%) bestaat uit ouders met kinderen. Laaggeletterde ouders geven aan dat zij wel eens met hun kinderen de bibliotheek bezoeken. Daarmee vormen zij in potentie een belangrijke doelgroep voor de bibliotheek, en kunnen programma’s als BoekStart (gericht op voorlezen van ouders aan jonge kinderen) aanknopingspunten bieden om laaggeletterden via hun kinderen te bereiken. De bibliotheek heeft al taalaanbod gericht op jonge kinderen (bijvoorbeeld BoekStart) en volwassenen (bijvoorbeeld via taalcoaches, lees- en schrijfclubs). Dat maakt een integrale aanpak mogelijk waarbij de verbinding wordt gelegd tussen het voorkomen van laaggeletterdheid (preventief) en het aanpakken van laaggeletterdheid (curatief).
Concrete taalvragen
Weinig laaggeletterden (autochtoon en allochtoon) geven aan alleen te willen leren lezen en schrijven voor ‘het plezier’. Ze hebben vooral concrete taalvragen over zaken waar ze in het dagelijks leven tegenaan lopen. Allochtone laaggeletterden zijn positief over lees- en schrijfclubs in de bibliotheek: zij hebben geen groot sociaal netwerk, kennen relatief weinig autochtonen en krijgen via de lees- en schrijfclubs de kans om Nederlands te oefenen.
Camouflagecursussen
Laaggeletterden weten niet altijd de weg te vinden naar een taaltraject. Met name autochtone laaggeletterden vormen een lastig te bereiken doelgroep. Verschillende geïnterviewde bibliotheekmedewerkers geven aan dat ze denken door middel van zogenaamde camouflagecursussen autochtone doelgroepen te kunnen bereiken, waarbij ongemerkt ook taal geoefend wordt. Daarnaast biedt de invoering van de Taaleis participatiewet vanaf 2016 concrete handvatten om laaggeletterde bijstandsgerechtigden naar een taalaanbod toe te leiden. Bibliotheken verwachten op deze wijze nieuwe groepen autochtone laaggeletterden te bereiken.
disclaimer & privacyverklaring - © 2019 Kohnstamm Instituut UvA bv - productie & onderhoud: Elion