Veen, A., Karssen, A.M., Daalen, M.M. van, Roeleveld, J., Triesscheijn, J., Elshof, D. (2013)
De aansluiting tussen voor- en vroegschoolse educatie en tussen vroegschoolse educatie en groep 3
Rapport 892
ISBN 90-6813-957-0
Amsterdam: Kohnstamm Instituut
Contactpersoon
Annemiek Veen
In voorschoolse voorzieningen en basisscholen die al jaren samenwerken in het kader van voor- en vroegschoolse educatie, worden aspecten van een doorgaande lijn goed gerealiseerd. Een doorgaande lijn blijkt echter geen positief effect te hebben op de latere leerprestaties en het sociaal-emotioneel functioneren van kinderen. Dat geldt zowel voor de overgang van de voorschoolse voorziening naar de basisschool als voor de overgang van de kleutergroep naar groep 3 en verder. Dit heeft er vermoedelijk mee te maken dat op instellingen en scholen waar de zwaarste achterstandsgroep aanwezig is ook de meeste inspanningen worden gedaan om de doorgaande lijn te realiseren. Maar kennelijk is dat nog niet voldoende om de achterstand die deze groep heeft ten opzichte van meer kansrijke leerlingen, weg te werken.
VVE beoogt doorgaande ontwikkelingslijn van voorschoolse periode tot in de basisschool
VVE-programma’s worden uitgevoerd in combinaties van peuterspeelzalen of kinderdagverblijven en basisscholen. Idealiter volgen kinderen die de doelgroep vormen, dit programma in de voorschoolse voorziening én in de kleutergroepen van hun basisschool en is er sprake van een doorgaande lijn in aanpak. Om blijvende effecten van VVE-programma’s te bereiken wordt bovendien het realiseren van een doorgaande ontwikkelingslijn ná de kleutergroepen noodzakelijk geacht.
Door middel van interviews is nagegaan op welke manier voorschoolse instellingen (peuterspeelzalen en kinderdagverblijven) en basisscholen een doorgaande lijn realiseren tussen de voorschoolse periode en groep 1 van de basisschool en tussen de kleutergroep en groep 3 binnen de basisschool. Voorts is met behulp van gegevens uit het pre-COOL-cohortonderzoek nagegaan of een sterkere mate van ‘doorgaande lijn’ een positief effect heeft op de leerprestaties van de leerlingen, in het licht van de verwachtingen die daarover bestaan in het VVE-beleid. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Programmacommissie Beleidsgericht Onderzoek Primair Onderwijs (BOPO).
Kenmerkend zijn programmatische afstemming, systematisch volgen van de ontwikkeling en overdracht
Het blijkt dat in voorschoolse voorzieningen en basisscholen die al jaren samenwerken in het kader van voor- en vroegschoolse educatie, aspecten van een doorgaande lijn goed worden gerealiseerd. Een vèrgaande programmatische afstemming, het systematisch volgen van de ontwikkeling van kinderen en systematische gegevensoverdracht van de peuterspeelzaal naar de basisschool zijn kenmerkend voor deze samenwerkingsverbanden. Ook is er veel aandacht voor de aansluiting tussen groep 2 en groep 3, de van oudsher bekende breuk in het curriculum van de basisschool. Door het systematischer meten van de ontwikkeling van kinderen, het gerichter werken met leerdoelen in de kleutergroepen en door brede inzet van materialen en bronnen daarbij is de voorbereiding op groep 3 de laatste jaren verbeterd. Niettemin typeren de ondervraagde scholen de overgang tussen groep 2 en 3 als ‘groot’, hierbij wijzend op de klassikale aanpak, het hoge tempo, geringere mogelijkheden tot spelen en meer structuur in groep 3.
Geen aantoonbaar verband met de leerprestaties en het sociaal-emotioneel functioneren van kinderen
We hebben geen verband gevonden tussen een grotere mate van aansluiting en de leerprestaties en het sociaal-emotioneel functioneren van kinderen. Dat geldt zowel voor de overgang van de peuterspeelzaal of het kinderdagverblijf naar de basisschool als voor de overgang van de kleutergroep naar groep 3 en verder. Dit heeft er vermoedelijk mee te maken dat op instellingen en scholen waar de zwaarste achterstandsgroep aanwezig is ook de meeste inspanningen worden gedaan om de doorgaande lijn te realiseren. Maar kennelijk is dat nog niet voldoende om de achterstand die deze groep heeft ten opzichte van meer kansrijke leerlingen, weg te werken.
Veen, A., Veen, I. van der, Karssen, A.M., Roeleveld, J. (2013)
Deelname aan voor- en vroegschoolse educatie en de ontwikkeling van kinderen
Rapport 901, ISBN 90-6813-962-4. Amsterdam: Kohnstamm Instituut
disclaimer & privacyverklaring - © 2019 Kohnstamm Instituut UvA bv - productie & onderhoud: Elion