Auteurs
Veen, I. van der, Peetsma, T., Triesscheijn, B. & Karssen, M. (2013).
RAPPORT: 907 ISBN: 978-90-6813-974-7
Kortdurende beïnvloeding van motivatie verkleint de kans op voortijdig stoppen met mbo-studie
Op ROC’s, maar ook in brede kring, bestaat er zorg over het hoge percentage uitval in het mbo. De versterking van de motivatie van mbo-studenten voor hun studie en een vermindering van studie-uitval vormt een belangrijke doelstelling voor ROC’s. In dit onderzoek is daarom een voor het vmbo ontwikkelde interventie, gericht op het versterken van het zelf-gereguleerde leergedrag van studenten toegepast in het eerste leerjaar van het mbo en is nagegaan in hoeverre de beïnvloeding positieve effecten had op de motivatie voor school van studenten. De resultaten lieten een gemengd beeld zien, zo blijkt uit dit onderzoek dat is uitgevoerd in het kader van het programma Onderwijs Bewijs van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Interventie ter beïnvloeding van motivatie
De interventie ter beïnvloeding van motivatie duurde 30-45 minuten en was erop gericht leerlingen ervan bewust te maken dat wat zij doen op school en de keuzes die ze maken, gevolgen hebben voor hun mogelijkheden in de toekomst. Ze worden erin getraind een traject met tussendoelen uit te zetten naar een door hen gewenst doel in de verdere toekomst. Het gaat daarbij ook om het krijgen van inzicht in welke activiteiten het behalen van een beoogd doel verhinderen en hoe deze te vermijden.
Ontwikkeling in motivatie en studieloopbaan
In het onderzoek is nagegaan in hoeverre de interventie positieve effecten had op de motivatie voor school van de studenten in het mbo en op hun studieloopbaan (vermindering van spijbelgedrag, studievertraging en uitval).
Ruim 800 studenten in de BeroepsOpleidende Leerweg (BOL) van twee mbo-scholen (ROC’s) vulden vier maal een vragenlijst over motivatie in: driemaal in het eerste en eenmaal aan het begin van het tweede leerjaar. Ruim een vijfde van deze mbo-studenten nam aan de interventie deel en met ruim een tiende werd een interview over motivatie gehouden. Verder werd informatie over studievoortgang en spijbelen verzameld via de administraties van de opleidingen.
We vonden twee positieve, en één negatief effect van de interventie. Studenten die aan de interventie deelnamen, zijn in sterkere mate directe bevrediging van behoeften (zoals uitgaan met vrienden) uit gaan stellen in het voordeel van leren voor school. Bovendien bleek de kans op voortijdige beëindiging van de studie lager: vergeleken met studenten die alleen een vragenlijst invulden, was de kans hierop 31% lager en vergeleken met studenten die geïnterviewd werden, 8% lager. Een negatief effect was dat de leeroriëntatie van studenten die aan de interventie deelnamen, zich minder gunstig ontwikkelde.
Enkele effecten vonden we alleen voor specifieke groepen studenten.
Effectiviteit interventie uitgevoerd door docenten en onderzoekers
De interventie is ontwikkeld om uiteindelijk gebruikt te worden door docenten binnen de bestaande schoolpraktijk. Daarom is een deel van de interventies uitgevoerd door getrainde docenten. De resultaten lieten een wisselend beeld zien, met iets positievere resultaten voor interventies uitgevoerd door onderzoekers.
Meer informatie
Contactpersoon: Ineke van der Veen
deel deze pagina
Onderzoeken en publicaties
Partners en samenwerkingen
Kohnstamm Instituut
Kohnstamm Instituut doet onderzoek op het gebied van onderwijs, opleiding, opvoeding en jeugdhulp. Wij zijn gespecialiseerd in opdrachtonderzoek en komen voort uit de Universiteit van Amsterdam.