Evaluatie subsidieregeling zij-instroom po G5
De aanpak van vijf gemeenten om de zij-instroom in het primair onderwijs te verbeteren. Wat zijn de resultaten na 4 jaar?
De aanpak van vijf gemeenten om de zij-instroom in het primair onderwijs te verbeteren. Wat zijn de resultaten na 4 jaar?
Kennis, R., Visser, B., Vermeulen, H., De Geus, W., Schoevers, E., Weijers, S., Van de Vrie, M. & Elshof, D. (2023)
RAPPORT: 23-13
In 2020 is met de subsidieregeling zij-instroom PO G5 voor vier jaar een budget van €36 miljoen beschikbaar gesteld aan de schoolbesturen voor (speciaal) basisonderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag en Almere om het zij-instroom traject te verbeteren. In opdracht van het ministerie van OCW hebben KBA Nijmegen, Oberon en Kohnstamm Instituut deze subsidieregeling geëvalueerd. Er is onderzocht hoe de aanpak zij-instroom in de 5 gemeenten eruitziet, hoe de uitvoering verloopt en wat de opbrengsten en effecten zijn van de aanpak.
De evaluatie richtte zich op verschillende onderdelen van de aanpak van de zij-instroom waarop verbeteringen zijn ingezet, zoals de werving, informatievoorziening en voorlichting, de oriëntatie en het voortraject, de matching, de begeleiding van zij-instromers (op school en door de lerarenopleiding) en het opleidingstraject zelf. Er is gekeken hoe in de vijf steden de samenwerking verloopt, welke partijen betrokken zijn, en op welke onderdelen van het traject activiteiten zijn ingezet ter verbetering.
Het onderzoek bestond uit een meervoudige casestudy met vijf integrale beschrijvingen per case/gemeente en een overkoepelende analysebeschrijving. In elke gemeente zijn interviews gehouden met projectleiders, enquêtes afgenomen onder schoolbesturen en zij-instromers, en focusgroepgesprekken gehouden met schoolleiders, begeleiders van de zij-instromers en zij-instroom-coördinatoren van de lerarenopleidingen.
De evaluatie omvatte een tussentijdse beoordeling uitgevoerd in 2022. In de evaluatie is ook gekeken naar de effecten op het aantal startende zij-instromers en uitvalpercentages per gemeente. Daaruit bleek dat er wel sprake is van een algemene toename van zij-instromers in het primair onderwijs, maar dat de gerealiseerde aantallen niet in iedere gemeente de gestelde doelen haalden.
Bij de samenwerking binnen de steden zijn grotere schoolbesturen vaak actiever betrokken bij het zij-instroomtraject, het is een uitdaging om ook de kleinere besturen te betrekken. Verder blijkt een variatie tussen de gemeenten in bovenbestuurlijke samenwerking voor de verschillende trajectonderdelen. Het voortraject concentreert zich voornamelijk op de optimalisatie van de informatievoorziening en de oriëntatiemogelijkheden, met gezamenlijke informatiebijeenkomsten en activiteiten voor zij-instromers. Werving en matching is in Amsterdam en Almere wel centraal georganiseerd, in de andere drie gemeenten wordt dit vooral door individuele schoolbesturen beheerd. Het speerpunt van het zij-instroomtraject is de begeleiding van de zij-instromer, waarbij bovenformatieve inzet en extra begeleiding als zeer waardevol wordt ervaren. Professionalisering van begeleiders en het maken van gezamenlijke afspraken wordt daarbij benadrukt. Met betrekking tot het opleidingstraject wordt de nadruk gelegd op nauwere samenwerking tussen lerarenopleidingen en scholen, met meer inzet op maatwerk en alternatieve opleidingsvarianten.
De evaluatie benadrukt de meerwaarde van een integrale, gezamenlijke aanpak voor een effectieve aanpak voor zij-instromers, vooral door de samenhang tussen de verschillende onderdelen van het traject. Om de zij-instroomtrajecten ook in de toekomst succesvol te verbeteren en te kunnen handhaven is structurele financiering nodig, zodat de activiteiten die bij elke zij-instromer opnieuw om inzet vragen kunnen worden gecontinueerd. Dit betreft onder meer dubbele bezetting en extra begeleiding.
Kennis, R., Visser, B., Vermeulen, H., De Geus, W., Schoevers, E., Weijers, S., Van de Vrie, M. & Elshof, D. (2023). Evaluatie subsidieregeling zij-instroom PO G5. Eindrapport. Nijmegen: KBA, Oberon en Kohnstamm Instituut. Rapport 23-13.
Contactpersoon: Dorothé Elshof
Samenwerkingspartners:
Rita Kennis, Britt Visser, Hedwig Vermeulen (KBA Nijmegen)
Wendy de Geus, Eveline Schoevers, Sanne Weijers, Maren van de Vrie (Oberon)
Opdrachtgever: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Kohnstamm Instituut doet onderzoek op het gebied van onderwijs, opleiding, opvoeding en jeugdhulp. Wij zijn gespecialiseerd in opdrachtonderzoek en komen voort uit de Universiteit van Amsterdam.