Kwaliteit van data over voorschoolse educatie in BRON

DUO ontvangt te weinig gegevens over deelname aan voorschoolse educatie

Basisscholen verzamelen gegevens over deelname aan voorschoolse educatie van hun leerlingen, maar leveren die lang niet altijd aan DUO. De gegevens over deze deelname zijn van voldoende kwaliteit maar niet representatief.

Voor het ministerie van OCW is het belangrijk om te weten hoe bruikbaar de door scholen geleverde gegevens aan DUO over voorschoolse educatie zijn voor het doen van landelijke en regionale uitspraken over voorschoolse educatie en voor beleidsinformatie. Een aspect van bruikbaarheid is representativiteit: in hoeverre de scholen die gegevens over voorschoolse educatie aan DUO leveren een specifieke groep scholen betreft. Een ander aspect van bruikbaarheid betreft de kwaliteit (validiteit) van de gegevens. De vraag is of deze voldoende is.

Representativiteit onvoldoende, kwaliteit voldoende

Het blijkt dat er te weinig gegevens over deelname aan voorschoolse educatie bij DUO terechtkomen. Het aandeel scholen dat gegevens levert, neemt  de laatste jaren af. Dit geldt vooral voor scholen met een flink aandeel gewichtenleerlingen, de groep voor wie registratie het meest relevant is. Binnen de groep scholen met een hoog aandeel (>=22.07%) gewichtenleerlingen leverde in 2012 47% van deze scholen gegevens over voorschoolse educatie aan DUO en in 2017 was dit 31%. Binnen de groep scholen die de gegevens aan DUO leveren, zijn katholieke scholen iets oververtegenwoordigd en protestants-christelijke scholen iets ondervertegenwoordigd. Verder bevat de groep scholen die de gegevens levert, relatief vaker grotere scholen en scholen uit stedelijke gebieden.  Door op individueel niveau een koppeling te maken met data over voorschoolse educatie binnen het pre-COOL cohort onderzoek is de kwaliteit van de gegevens nagegaan. Er bleek voldoende overeenstemming te zijn.

Bruikbaarheid onvoldoende

Scholen hoeven maar een beperkt aantal gegevens over voorschoolse educatie aan DUO te leveren: alleen gegevens over het programma waaraan is deelgenomen en de duur, wanneer sprake was van deelname van tenminste drie dagdelen. De gevraagde gegevens zijn te beperkt: DUO vraagt gegevens over een beperkt aantal programma’s en bij deelname aan een combinatie van programma’s alleen of dit zo was en niet aan welke programma’s in dat geval werd deelgenomen. Bovendien: het enige dat over deelnamintensiteit bekend is bij de geleverde gegevens, is dat dit tenminste drie dagdelen betrof. Onbekend is daarnaast of een kind waarvoor geen gegevens over deelname aan voorschoolse educatie aan DUO geleverd zijn, geen voorschools programma gevolgd heeft. Daarmee zijn de gegevens ongeschikt om het bereik van voorschoolse educatie vast te stellen. Daarvoor moet bekend zijn welke kinderen géén voorschoolse educatie volgden, en daarvoor zou dan expliciet geregistreerd moeten worden dat niet is deelgenomen.

In het rapport worden aanbevelingen gedaan voor het vergroten van de bruikbaarheid van gegevens over voorschoolse educatie.

Opzet

Om de representativiteit van bij DUO geregistreerde gegevens over voorschoolse educatie te onderzoeken, werden deze gegevens van 2010 t/m 2017 geanalyseerd en gerelateerd aan kenmerken van scholen. De kwaliteit van de gegevens is onderzocht door binnen de ‘remote access’ omgeving van CBS op kindniveau een koppeling te maken met data over voorschoolse educatie, die beschikbaar zijn vanuit het pre-COOL cohortonderzoek. Om meer inzicht te krijgen in redenen voor het ontbreken van gegevens zijn daarnaast onderzoeksuitkomsten benut van een enquête onder ib’ers.

Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van OCW.

Meer informatie

Veen, I. van der, Koopman, P.N.J. en Veen, A. Kwaliteit van data over voorschoolse educatie in BRON. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. (Rapport 1002 , projectnummer 40769)

Contactpersoon: Ineke van der Veen