NSCCT: geen onderschatting van leerpotentieel
In schooljaar 2020/2021 voerden KBA Nijmegen en het Kohnstamm Instituut een grootschalige afname uit van leerpotentieel bij ruim 14000 leerlingen in groep 6 van het basisonderwijs met een statische test: een test met een vaste set vragen. Deze grootschalige testafname vond plaats ten behoeve van de herijking in 2025 van de indicator onderwijsachterstanden. Deze indicator wordt gebruikt om budget dat bedoeld is voor het bestrijden van onderwijsachterstanden, op een onderbouwde manier te verdelen. Er werden geen aanwijzingen gevonden dat de keuze voor een statische test tot onderschatting van leerpotentieel leidde. Bovendien bleek de test zoals verwacht samen te hangen met werkgeheugen.
Dit zijn bevindingen uit een aanvullend onderzoek in groep 7 onder 320 leerlingen op 14 scholen die aan het genoemde grootschalige onderzoek deelnamen.
Dynamische test in theorie geschikter
De statische test die grootschalig werd afgenomen, was de Niet-Schoolse Cognitieve Capaciteiten Test (NSCCT). Deze test beoogt het vermogen van een leerling te meten om toekomstige kennis te verwerven. Critici van statische leerpotentietesten geven aan dat dit type testen te veel vaardigheden meet die al ontwikkeld zijn en te weinig nog te ontwikkelen vaardigheden. Een dynamische test, waarin een vorm van training plaatsvindt bij een foutief antwoord, sluit inhoudelijk beter aan bij het meten van te ontwikkelen vaardigheden.
Bovendien zouden dynamische testen minder tot een onderschatting van cognitieve mogelijkheden van leerlingen leiden. Een statische test kan de cognitieve mogelijkheden onderschatten van leerlingen die in mindere mate de kans kregen om zich de voor de testafname benodigde kennis en vaardigheden eigen te maken, terwijl zij wel voldoende potentieel daarvoor zouden hebben. Met name bij kinderen die de doelgroep vormen van het onderwijsachterstandenbeleid kan dit een rol spelen.
De aanvullende studie
In het onderzoek werden op 14 van de scholen waar in groep 6 de NSCCT-afname plaatsvond, in groep 7 aanvullend bij 320 leerlingen twee verbale dynamische tests afgenomen. Dit betrof subtests van de Nederlandse Differentiatie Testserie (NDT).
Om de mate van onderschatting bij leerlingen met grotere risico’s op onderwijsachterstand te verkennen, vergeleken we relaties met achtergrondkenmerken van de statische en dynamische subtests. Hierbij was de veronderstelling dat de dynamische tests kleinere verschillen met indicatoren voor sociale en etnische achtergrond zouden laten zien. Bij de vergelijking van de statische en dynamische scores binnen hetzelfde domein, leken enkele verschillen in deze richting te wijzen, maar was er ook een resultaat dat tegengesteld was aan de verwachte richting. Daarnaast waren de verschillen naar achtergrondkenmerken bij de (statische) NSCCT kleiner dan bij de aanvullende dynamische testen. We concludeerden op basis van deze resultaten dat er geen aanwijzingen zijn dat er bij de NSCCT sprake is van een duidelijke onderschatting van potentie van leerlingen met meer risico op achterstand.
Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van NRO.
Meer informatie
Van der Veen, I., Stronkhorst, E. & Veen, A. (2022). Leerpotentie onderzocht: maakt hulp verschil? Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Rapport 1096.
Contactpersoon: Ineke van der Veen
Zie ook: Jenniskens, T., Van Langen, A., Stronkhorst, E., Van der Veen, I., Veen, A., Wolbers, M. (2022). Meting leerpotentie in groep 6. Technisch rapport. Nijmegen: KBA Amsterdam: Kohnstamm Instituut.
Samenwerkingspartner: KBA Nijmegen
deel deze pagina
Onderzoeken en publicaties
Partners en samenwerkingen
Kohnstamm Instituut
Kohnstamm Instituut doet onderzoek op het gebied van onderwijs, opleiding, opvoeding en jeugdhulp. Wij zijn gespecialiseerd in opdrachtonderzoek en komen voort uit de Universiteit van Amsterdam.