Toekomstgericht onderwijs.
Werken aan zelfsturing, creativiteit, kritisch denken en verantwoordelijkheid in het VO.
Werken aan zelfsturing, creativiteit, kritisch denken en verantwoordelijkheid in het VO.
In het onderzoek ‘Toekomstgericht onderwijs’ naar het werken aan ‘andere doelen’ hebben tien innovatieve en innoverende scholen zelf onderzoek gedaan naar zelfsturing, creativiteit kritisch denken en sociale verantwoordelijkheid. Bij het werken aan deze doelen zijn alle aspecten van het onderwijs in het geding.
Met zelfsturing doelen scholen op een wijze van leren waarbij leerlingen de regie nemen over hun eigen leerproces en verantwoordelijkheid nemen voor hun werk. Concreet betekent dat: zelfstandig aan het werk gaan en blijven, keuzes maken en doelen stellen, plannen, leerstrategieën toepassen, op het eigen leerproces reflecteren zodat je weet waar je staat, hulp kunnen vragen als dat nodig is en doorzetten. Deze vaardigheden vindt men belangrijk omdat ze nodig zijn om op school goed te functioneren. De veronderstelling is ook dat meer zelfsturing zal leiden tot meer ‘eigenaarschap’ en betrokkenheid bij leerlingen en uiteindelijk tot betere leerresultaten.
Met creativiteit wordt, aansluitend bij recente definities, niet uitsluitend gedoeld op kunstzinnigheid maar vooral ook op een creatieve en innovatieve manier van denken. Creativiteit in die betekenis is niet een kwestie van een gegeven talent, maar een vermogen dat alle leerlingen kunnen ontwikkelen.
Kritisch denken verwijst niet alleen naar logisch redeneren en argumenteren, maar ook naar open en kritisch naar de samenleving kijken.
Sociale verantwoordelijkheid heeft betrekking op het bewustzijn van leerlingen van hun plek en rol in de groep en de wereld (wereldburgerschap).
De praktijkonderzoeken bevestigen om te beginnen een van de conclusies uit onze eerste deelrapportage: bij werken aan ‘andere doelen’ zijn alle aspecten van het onderwijs in het geding. De strategieën die de consortiumscholen kozen voor het werken aan zelfsturing, creativiteit, kritisch denken en sociale verantwoordelijkheid illustreren dat. Sommige strategieën betreffen de organisatie van het onderwijs (teamteaching in een werkzaal, werken met leerarrangementen), andere het curriculum (nieuwe opdrachten, speciale vakken en activiteiten), en weer andere de rol van de docent (coaching, begeleiding).
Het doel van de praktijkonderzoeken was vooral om tot inzichten te komen waar de betrokken scholen zelf iets aan zouden hebben . De inventariserende fase van de onderzoeken leverde de scholen al veel inzichten op om hun onderwijs te verbeteren, bijvoorbeeld inzicht in de ondersteuningsbehoeften van docenten bij het begeleiden van leerlingen die zelfsturend werken. De vraag naar de werkbaarheid (practicality) van de onderzochte strategieën leverde concrete suggesties voor verbetering op, bijvoorbeeld: betrek ouders bij de coachingaanpak, formuleer leertaken zo dat leerlingen meer keuzevrijheid hebben.
Ook andere scholen kunnen van de aanpak, ervaringen en inzichten van de tien scholen leren. De onderzoeken resulteerden in een scala van voorbeelden van strategieën voor het werken aan ‘andere doelen’. Algemene noties als het bevorderen van zelfsturing en creativiteit krijgen daarmee concrete invullingen. Het grootste deel van de praktijkonderzoeken richtte zich op zelfsturing. De voorbeelden betreffen onder andere teamteaching in een werkzaal, het werken met leerarrangementen waarin leerlingen veel keuzevrijheid hebben, en een open authentieke opdracht voor leerlingen.
Sommige onderzoeken leverden ook inzichten op meer conceptueel niveau op, zoals voorwaarden voor teamteaching op verschillende niveaus en vijf elementen van leertaken (doelen, samenwerking, begeleiding, keuzemogelijkheden en reflectie op de uitvoering van leertaken) die relevant zijn voor het bevorderen van zelfsturing.
Kenmerkend voor scholen die met onderwijsvernieuwing bezig zijn, is dat ze bezig blijven met de vraag hoe ze hun onderwijs kunnen verbeteren en zich verder kunnen ontwikkelen. Deze rapportage laat zien dat onderzoek eraan kan bijdragen dat op een onderbouwde manier te doen.
Het onderzoek ‘Toekomstgericht onderwijs’ werd gesubsidieerd door het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO). Voor deze rapportage experimenteerden tien scholen voor voortgezet onderwijs gedurende anderhalf jaar in het kader van dit onderzoek met strategieën voor het werken aan ‘andere doelen’ en deden daar zelf onderzoek naar, met begeleiding van een onderzoeker van het Kohnstamm instituut en de UvA.
Karssen, M., Heemskerk, I.M.C.C., (2018). Opbrengsten van toekomstgericht onderwijs. Rapport 1007, ISBN 94-6321-072-0, Amsterdam: Kohnstamm Instituut
Volman, M., Raban, A., Heemskerk, I., Ledoux, G. & Kuiper, E. (2018). Toekomstgericht onderwijs. Doelen en werkwijzen van innovatieve VO-scholen. Rapport 993, ISBN 94-6321-053-9, Amsterdam: Kohnstamm Instituut.
website Toekomstgericht onderwijs
Didactief online: Veel innovatieve scholen zijn succesvol en bewust bezig
Kohnstamm Instituut doet onderzoek op het gebied van onderwijs, opleiding, opvoeding en jeugdhulp. Wij zijn gespecialiseerd in opdrachtonderzoek en komen voort uit de Universiteit van Amsterdam.