Opbrengsten van toekomstgericht onderwijs
Toekomstgericht onderwijs betekent meer gerichtheid op ‘andere’ doelen
Toekomstgericht onderwijs betekent meer gerichtheid op ‘andere’ doelen
Werken aan ‘toekomstgericht onderwijs’ met nieuwe, andere doelen gaat niet ten koste van traditionele doelen
Toekomstgericht onderwijs betekent meer gerichtheid op ‘andere’ doelen: op 21ste eeuwse vaardigheden als zelfsturing en creativiteit. Die gerichtheid gaat niet ten koste van resultaten op de traditionele doelen, maar opbrengsten zijn (nog) niet aan te tonen. Dit blijkt uit onderzoek op toekomstgerichte en reguliere (controle)scholen.
Steeds meer scholen werken aan vernieuwingen die gericht zijn op het vergroten van de aandacht voor socialisatie en persoonsvorming of 21steeeuwse vaardigheden. Maar we weten nog weinig over resultaten die scholen daarmee behalen. Bij zes scholen die werken vanuit integrale vernieuwende onderwijsconcepten (‘kernscholen’) en vier scholen die bezig zijn met toekomstgerichte innovaties (‘volgscholen’) is onderzocht welke opbrengsten zij realiseren op de ‘andere’ doelen persoonsvorming, maatschappelijke verantwoordelijkheid, zelfsturing, creativiteit, kritisch denken en samenwerken. Ook zijn de opbrengsten op traditionele doelen onderzocht om te zien of gerichtheid op andere doelen niet ten koste van deze opbrengsten gaat. In het onderzoek zijn daarom ook een vijftal controlescholen betrokken die qua leerlingpopulatie vergelijkbaar zijn met de kern- en volgscholen, maar niet gericht zijn op ‘andere doelen’. Het gaat om scholen voor voortgezet onderwijs, waarin alle schooltypen vertegenwoordigd zijn.
Uit het onderzoek bleek dat de leerlingen op de kern- en volgscholen niet beter presteren op de andere doelen en daarin ook niet meer vooruitgang boeken dan leerlingen op controlescholen. Wel herkennen leerlingen dat de kernscholen werken met een concept dat meer op deze doelen gericht is, maar we zien dat dus niet terug in de resultaten van de metingen van de onderscheiden vaardigheden. Wat betreft de traditionele doelen vonden we voor woordenschat en wiskunde geen verschillen tussen de groepen scholen, maar voor Nederlandse leesvaardigheid en rekenen wel. Op kern- en volgscholen bleken de leerlingen hoger te scoren en meer vooruit te gaan in hun prestaties dan leerlingen op controlescholen. Werken aan andere doelen blijkt dus zeker niet ten koste te gaan van resultaten op de traditionele doelen.
Dit onderzoek geeft een eerste indruk van de onderwijsopbrengsten op het terrein van andere en traditionele doelen op ’toekomstgerichte’ scholen. Daarnaast zijn de inzichten die het onderzoek heeft opgeleverd en de vragenlijsten die zijn ontwikkeld bruikbaar voor andere scholen en voor verder onderzoek.
Het onderzoek vond plaats met subsidie van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek.
Volman, M., Raban, A., Heemskerk, I., Ledoux, G. & Kuiper, E. (2018)
Toekomstgericht onderwijs. Doelen en werkwijzen van innovatieve VO-scholen
Universiteit van Amsterdam: Monique Volman
Kohnstamm Instituut doet onderzoek op het gebied van onderwijs, opleiding, opvoeding en jeugdhulp. Wij zijn gespecialiseerd in opdrachtonderzoek en komen voort uit de Universiteit van Amsterdam.