Ontwikkeling van kinderen en relatie met kwaliteit van voorschoolse instellingen
Resultaten uit het Pre-COOL Cohortonderzoek
Resultaten uit het Pre-COOL Cohortonderzoek
Veen, A., Veen, I. van der, Ledoux, G., Heurter, A., Leseman, P., Mulder, H., Verhagen, J., Slot, P., Paas, T., Mulder, L., Fettelaar, D., Wetering, W. (2016).
RAPPORT: 951 ISBN: 978-94-6321-012-6
Achterstanden van 2- en 3-jarige kinderen kunnen door goede voorschoolse educatie worden teruggedrongen. De kwaliteit van voorzieningen speelt hierin een belangrijke rol. Dit blijkt uit analyses op data van het pre-COOL cohortonderzoek.
Pre-COOL is een cohortonderzoek dat in 2009 is gestart om de vraag naar effecten van deelname aan voor- en vroegschoolse educatie op de kinderlijke ontwikkeling te onderzoeken. Het is een langlopend en complex onderzoek en de beantwoording van deze vraag vindt in stappen plaats. In dit onderzoek staat de ontwikkeling van kinderen in de voor- en vroegschoolse periode, van twee tot zes jaar centraal. Gekeken is hoe kinderen uit de doelgroepen van het VVE-beleid zich, vergeleken met niet-doelgroepkinderen ontwikkelen op belangrijke ontwikkelingsdomeinen: woordenschat, selectieve aandacht, Cito taal- en rekenscores en speelwerkhouding. Vervolgens is een relatie gelegd tussen deze ontwikkelingsaspecten en de kwaliteit van voorschoolse voorzieningen.
Uit het onderzoek blijkt dat de achterstand van de doelgroepkinderen op 2- en 3-jarige leeftijd ten opzichte van niet-doelgroepkinderen substantieel afneemt in de voorschoolse periode. Op woordenschat en op de aandachtfunctie, dat wil zeggen de mate waarin kinderen in staat zijn hun aandacht vast te houden bij een taak of activiteit, maken doelgroepkinderen een inhaalslag. Voor rekenen is geen inhaaleffect gevonden tussen doelgroep- en niet-doelgroepkinderen (achterstanden blijven gelijk). Voor de speelwerkhouding is juist een licht toenemende achterstand geconstateerd. Waar dit laatste precies mee te maken heeft moet nog verder worden onderzocht.
Er zijn vooral positieve effecten van het stimuleren en verrijken van fantasiespel, van het gebruik van een VVE-methode en van de educatieve proceskwaliteit in voorschoolse voorzieningen. De educatieve kwaliteit is vooral van belang voor de ontwikkeling van de aandacht. De bevordering, begeleiding en verrijking van spel is vooral van belang voor de taalontwikkeling en de speelwerkhouding. Het gebruiken van een VVE-methode versterkt het inhaaleffect voor deze kinderen bij woordenschat.
Kinderen met een risico op achterstand gaan vooral naar peuterspeelzalen of voorscholen die in overgrote meerderheid gebruik maken van een programma voor voor- en vroegschoolse educatie (VVE-programma). Een deel van die kinderen gaat naar de kinderopvang, waar ook in toenemende mate wordt gewerkt met een VVE-programma. De kwaliteit van deze instellingen is in het algemeen hoger dan in instellingen zonder VVE-programma. Ook blijkt: hoe meer doelgroepkinderen op een locatie, hoe beter de uitvoering van het VVE-beleid en hoe hoger de kwaliteit. De meeste doelgroepkinderen gaan dus naar instellingen met een VVE-programma van een hogere kwaliteit. Dat is bijzonder, aangezien in het buitenland de kwaliteit van instellingen met kinderen uit achterstandsgroepen vaak lager is.
vve, voor- en vroegschoolse educatie, kinderopvang, onderwijsloopbanen, cohortonderzoek, cognitieve ontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling
Het pre-COOL onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van NWO en het ministerie van OCW.
Contactpersoon: Annemiek Veen, telefoon 020-5251328
Samenwerkingspartners: ITS (Radboud Universiteit Nijmegen) en Langeveld Instituut (Universiteit Utrecht)
Leseman, P., Veen, A. (red.) (2016). Ontwikkeling van kinderen en relatie met kwaliteit van voorschoolse instellingen. Resultaten uit het pre-COOL cohortonderzoek. Rapport 947. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.
Kohnstamm Instituut doet onderzoek op het gebied van onderwijs, opleiding, opvoeding en jeugdhulp. Wij zijn gespecialiseerd in opdrachtonderzoek en komen voort uit de Universiteit van Amsterdam.