Gemeenten goed op weg met implementatie van de Wet OKE
Betere kwaliteit en grotere financiële toegankelijkheid van peuterspeelzalen, beter en breder aanbod van voorschoolse educatie, verbeterde toeleiding van doelgroepkinderen naar voorschoolse educatie, en een verbeterd toezicht op de kwaliteit van voorschoolse voorzieningen, dat zijn de beleidsmaatregelen behorend bij de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (OKE) die in 2010 in werking trad. Binnen het ProBO-programma Onderwijsachterstanden 2013-2014 is een beleidsreconstructie uitgevoerd en is de implementatie van de wet in twaalf gemeenten onderzocht.
In de beleidsreconstructie van de Wet OKE zijn beleidsproblemen, -doelen en -maatregelen met elkaar in verband gebracht: in hoeverre zijn ze op elkaar afgestemd? Uit de reconstructie blijkt dat de afstemming moeilijk te beoordelen is. Van veel van de getroffen beleidsmaatregelen is op voorhand niet in te schatten of ze effectief zijn.
De uitvoering van de wet is grotendeels aan gemeenten opgedragen. Zij hebben de regie bij de vertaling van de beleidsmaatregelen naar de lokale situatie. In twaalf gemeenten zijn beleidsambtenaren en managers uit instellingen voor de kinderopvang en peuterspeelzalen geïnterviewd. Ook zijn beleidsdocumenten en andere stukken bekeken.
Minder peuterspeelzalen, meer voorschoolse opvang
De Wet OKE heeft gezorgd voor een verbetering van de kwaliteit van reguliere peuterspeelzalen op de structurele kwaliteitskenmerken (leidster-kindratio, maximale groepsgrootte, personele kwalificaties) die de wet vraagt. In de onderzochte gemeenten is een omvorming gaande van peuterspeelzalen naar voorzieningen met voorschoolse educatie in een combinatie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. Dit heeft geleid tot een vermindering van het aantal reguliere peuterspeelzalen, maar tegelijkertijd tot een ruimer aanbod van voorschoolse educatie.
Eén toezichtkader
Gemeenten (GGD) en de Inspectie van het Onderwijs hebben beide een toezichthoudende rol, al zijn hun taken volgens de Wet OKE niet identiek. Gemeenten werken aan een goede afstemming tussen beide vormen van inspectie. Een optie is om in de toekomst één toezichtkader te gebruiken.
Permanente scholing
De Wet OKE heeft in veel gemeenten geleid tot een uitbreiding van het professionaliserings- en scholingsaanbod. Er zijn scholingsnetwerken opgezet en deze zijn gekoppeld aan kwaliteitssystemen op instellings- en gemeentelijk niveau. Permanente scholing moet de kwaliteit van de peutervoorzieningen borgen.
Moeilijke overlegonderwerpen
De Wet OKE verplicht gemeenten tot overleg met bestuurlijke partners, zoals besturen van scholen en voorschoolse voorzieningen over doelgroepbepaling, toeleiding van doelgroepkinderen naar vve, overdracht en resultaten van vroegschoolse educatie. In alle bevraagde gemeenten staan deze, soms moeilijke, onderwerpen op de agenda. Hoe ver men is met de uitwerking ervan, verschilt per gemeente.
Nog niet klaar maar blij met regie
Nog niet op alle onderdelen is de invoering van de Wet OKE gerealiseerd. Niet overal zijn voldoende vve-plaatsen beschikbaar voor doelgroepkinderen. Verder lukt het niet overal om te voldoen aan de eis van twee beroepskrachten op een groep of het realiseren van het verplichte aantal dagdelen of opvanguren voor doelgroepkinderen.
Gemeenten waarderen de vrijheid die ze bij de vormgeving van het vve-beleid hebben. Daarbij maken ze, onder andere in VNG-verband, graag gebruik van elkaars ervaringen.
Meer informatie:
Contactpersoon: Annemiek Veen, aveen@kohnstamm.uva.nl
Samenwerkingspartners: ITS
deel deze pagina
Onderzoeken en publicaties
Partners en samenwerkingen
Kohnstamm Instituut
Kohnstamm Instituut doet onderzoek op het gebied van onderwijs, opleiding, opvoeding en jeugdhulp. Wij zijn gespecialiseerd in opdrachtonderzoek en komen voort uit de Universiteit van Amsterdam.