Inventarisatie verrijkte schooldag
Welke vormen van ‘de rijke schooldag’ zijn er momenteel in Nederland, wat zijn de ervaringen en wat weten we al uit onderzoek?
Welke vormen van ‘de rijke schooldag’ zijn er momenteel in Nederland, wat zijn de ervaringen en wat weten we al uit onderzoek?
Van der Grinten, M., Van der Ploeg, S., Steerneman, L., Van Druten, L., Jenniskens, T., Van Helvoirt, D., Boogaard, M., Veen, A. (2023)
RAPPORT: 23-5
De uitkomsten van het inventarisatieonderzoek in het kader van het programma ‘School en omgeving’ maken duidelijk dat de ontwikkeling van de verrijkte schooldag op veel bijval in het veld kan rekenen. De bereidheid om aan het onderzoek mee te werken was groot en uit de bevindingen komt naar voren dat er landelijk hard wordt gewerkt om de verrijkte schooldag gestalte te geven. Daarbij wordt duidelijk dat coalities van scholen, instellingen en gemeenten zoeken naar mogelijkheden om hun lokale aanpak verder te versterken, uit te breiden en te verduurzamen. Dat maakt dat er de komende jaren behoefte is aan gedegen kennis en informatie over hoe de verrijkte schooldag het beste kan worden vormgegeven. Die kennis en informatie dienen op een handzame manier ter beschikking te worden gesteld aan alle betrokken partijen. Daarnaast is het van belang om de uitwisseling en wisselwerking tussen voorlopers, doorgroeiers, starters te blijven stimuleren en ondersteunen.
Het onderzoek is uitgevoerd door Oberon, KBA Nijmegen en Kohnstamm Instituut in opdracht van het ministerie van OCW en bestaat uit vier deelstudies.
Ongeveer de helft van de scholen voor regulier en speciaal primair en voortgezet onderwijs in het land biedt een bepaalde vorm van verrijkt aanbod aan haar leerlingen, al dan niet met een subsidie van School en Omgeving. Een deel van die scholen doet dat met (gedeeltelijke) subsidie via het programma School en Omgeving, maar over het algemeen wordt het verrijkte aanbod (ook) bekostigd uit andere middelen. De activiteiten bestrijken een breed scala aan ontwikkelingsdomeinen: cognitieve ontwikkeling, cultuur, oriëntatie op jezelf en de wereld, sport, bewegen en gezondheid en sociaal-emotionele ontwikkeling. Scholen zoeken voor de organisatie samenwerking met andere scholen, culturele instellingen, sportinstellingen, onderwijsondersteunende organisaties en zorg- en welzijnsorganisaties.
Er zijn enkele lokale/regionale monitoronderzoeken die op de langere termijn de effecten van de verrijkte schooldagen in beeld kunnen brengen. Deze onderzoeken richten zich vooral op de proceskant van het activiteitenaanbod (in kaart brengen van wensen, behoeften, ervaringen met samenwerking en gegevens over deelname aan en kwaliteit van het programma). Er is daarnaast aandacht voor de opbrengsten, maar het zal lastig blijven om een directe relatie aan te tonen tussen enerzijds het extra aanbod van verrijkte schooldagactiviteiten en anderzijds de opbrengsten bij leerlingen (of ouders). Dat vraagt om meer specifieke monitoring. Uit onderzoek en praktijkervaringen komt vooralsnog het beeld naar voren dat de beste resultaten bereikt worden met een activiteitenaanbod dat geïntegreerd is in het curriculum, in combinatie met ruimere schooltijden voor alle leerlingen.
Er zijn enkele coalities (samenwerkingen tussen scholen, schoolbesturen en instellingen die het extra aanbod verzorgen) met een uitgewerkte begroting voor het programma School en omgeving, bij acht daarvan is een casestudie gedaan. Voor deze coalities liggen de globale kosten voor de verrijkte schooldag tussen € 3,00 en € 10,00 per uur, per leerling. De precieze hoogte van het bedrag is afhankelijk van de groepsgrootte en de inzet van vakkrachten dan wel vrijwilligers. De beoogde effecten op betere onderwijskansen voor leerlingen kunnen niet met korte interventies worden bereikt, daarom is voor de coalities de zekerheid nodig van een langlopende subsidie. Bovendien is het belangrijk óók in de weekenden en vakanties extra aanbod te kunnen organiseren voor de doelgroepen, want juist ook dán ontstaan achterstanden.
Om de voortgang en opbrengsten van het programma School en Omgeving in beeld te brengen, is een zelfstandige landelijke monitor nodig, ten eerste om (in de loop van een aantal jaren) steeds meer zicht te krijgen op input, proces, output en outcome van het programma. Ten tweede om te volgen welke verschillen er zijn in samenwerking, financieringsbronnen, personele inzet, werkzame factoren, kwaliteit van uitvoering, aanbod, toegankelijkheid, deelname en bereik van activiteiten. Daarnaast is het advies om de landelijke monitor zo in te richten dat ook de coalities ervan kunnen profiteren: als een benchmark waarmee zij hun lokale verrijkte schooldag kunnen evalueren, bijstellen, verbeteren en uitbreiden.
Van der Grinten, M., Van der Ploeg, S., Steerneman, L., Van Druten, L., Jenniskens, T., Van Helvoirt, D., Boogaard, M., Veen, A. (2023). Inventarisatie verrijkte schooldag. Utrecht: Oberon, KBA Nijmegen en Kohnstamm Instituut.
Contactpersonen:
Annemiek Veen (Kohnstamm Instituut, intern projectleider)
Michiel van der Grinten (Oberon, overkoepelend projectleider)
Zie ook:
Veen, A., Veen, I. van der, Heurter, A., Elshof, D. (2020). Evaluatie van Doen-denken. Een ontwikkelingsstimuleringsprogramma voor basisscholen in Rotterdam. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.
Samenwerkingspartners:
Oberon
KBA Nijmegen
Kohnstamm Instituut doet onderzoek op het gebied van onderwijs, opleiding, opvoeding en jeugdhulp. Wij zijn gespecialiseerd in opdrachtonderzoek en komen voort uit de Universiteit van Amsterdam.