Auteurs
Mandy van der Gaag, Nick Snell, Glenda Bron, Ando Emerencia, Frank Blaauw, Saskia Kunnen, Peter de Jonge, Irma Heemskerk, Régina Petit.
RAPPORT: 19-2 ISBN: xx-xxx-xx-xxxx
Met dit onderzoek is in kaart gebracht wat de voortgang en ervaren effecten zijn van de beleidsaanpak van voortijdig schoolverlaten en jongeren in een kwetsbare positie.
Per 1 januari 2019 is de wet van kracht geworden die samenwerking tussen scholen en gemeenten om voortijdig schoolverlaten terug te dringen borgt. De regio’s die al eerder ervaring hebben opgedaan met de nieuwe maatregelen naar aanleiding van de wet reageren overwegend positief, zo blijkt uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen in samenwerking met het Kohnstamm Instituut.
Dit onderzoek werd uitgevoerd als onderdeel van een groter onderzoek naar de preventie van voortijdig schoolverlaten, waarvan de resultaten worden verwacht tegen de zomer van 2019.
Met de nieuwe maatregelen is er meer aandacht gekomen voor jongeren in een kwetsbare positie, die eerder niet onder het voortijdig schoolverlatenbeleid vielen. Met de nieuwe maatregelen is de doelgroep uitgebreid met jongeren uit onder andere het voortgezet speciaal onderwijs en het praktijkonderwijs, die niet vanzelfsprekend een startkwalificatie behalen. Betrokken scholen en RMC-coördinatoren (Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten) van gemeenten zijn tevreden over deze uitbreiding van de doelgroep, zo blijkt uit het onderzoek. Ook hebben RMC-coördinatoren nu meer verantwoordelijkheden gekregen, waardoor ze uiteindelijk ook meer kunnen betekenen voor jongeren.
Toegenomen werkdruk
Door de grotere rol die de RMC’s hebben gekregen, zoals het organiseren van de regionale samenwerking, ervaren de coördinatoren wel een grotere werkdruk. Ook blijkt het lastig om de jongeren in een kwetsbare positie goed te volgen. Zij vallen onder verschillende instanties en het is vaak niet mogelijk om gegevens tussen die instanties uit te wisselen. Dat maakt het voor de RMC-coördinator moeilijk om zo’n jongere goed te helpen.
Behalve met de scholen werken de RMC’s samen met andere partijen, bijvoorbeeld op het vlak van zorg en arbeid. In sommige regio’s blijkt het lastig om arbeid en vooral de zorg te betrekken. Omdat er veel verschillende aanbieders van zorg in de regio zijn, is niet altijd duidelijk met welke de RMC’s het beste kunnen samenwerken.
Een ander knelpunt is het beschikbare geld. Hoewel de verdeling ervan in de regio’s veelal goed gaat, ervaren de meeste gemeenten en iets minder dan de helft van de scholen een tekort aan financiële middelen.
Alle jongeren onder de 27 begeleiden
Onder de betrokkenen leeft de wens om de doelgroep van het nieuwe beleid te verruimen naar alle jongeren onder de 27 jaar. Doel is om iedereen meer kansen en een beter toekomstperspectief te bieden en niet alleen te focussen op het laten halen van een startkwalificatie. Alle jongeren op een goede plek krijgen is een complexe taak waarvoor veel samenwerking nodig is tussen de domeinen onderwijs, gezondheidszorg, arbeid en sociale zekerheid. Dat vraagt om meer mogelijkheden voor gegevensuitwisseling en een overkoepelende visie van het landelijk beleid.
Met dit onderzoek is in kaart gebracht wat de voortgang en ervaren effecten zijn van de beleidsaanpak van voortijdig schoolverlaten en jongeren in een kwetsbare positie, ook wel de ‘vervolgaanpak’ genoemd. Deze vervolgaanpak wordt per 1 januari 2019 officieel verankerd in de wetgeving, maar vooruitlopend hierop zijn er met de regio’s al afspraken gemaakt om de nieuwe beleidsmaatregelen te implementeren. De voortgang hiervan is in het huidige onderzoek geëvalueerd. Dit hebben wij gedaan door een vragenlijst en interviews af te nemen onder RMC-coördinatoren, scholen, Ingrado, de MBO raad, G40 en accountmanagers van het ministerie van OCW.
Het voortgangsonderzoek is uitgevoerd voor NRO, op verzoek van OCW, door de bestaande projectgroep van NRO-project ‘u-can-act’ van de Rijksuniversiteit Groningen, met medewerking van het Kohnstamm instituut.
(dossiernummer: 405-16-401 / 1892).
Zie ook
- De website van het grotere onderzoeksproject: u-can-act.
- Bekijk de Kamerbrief van 22 februari 2019 over Voortijdig schoolverlaten. Hierin informeert minister Van Engelshoven (OCW) de Tweede Kamer over de voorlopige cijfers van de voortijdige schoolverlaters in het schooljaar 2017-2018 in vergelijking met 2016-2017. Daarnaast gaat zij in op de stand van zaken van de regionale samenwerking voor de ondersteuning van jongeren. Tot slot schetst zij de vervolgstappen die zij wil nemen voor de aanpak van voortijdige schoolverlaters.
Heemskerk, I.M.C.C., Eck, E. van, Buisman, M. & Sligte, H. (2018). Samen op weg naar een startkwalificatie. Evaluatie van vsv-projecten in het programma Kansen voor Jongeren van het Oranje Fonds. Rapport 984, ISBN 94-6321-056-0, Amsterdam: Kohnstamm Instituut.
Heemskerk, I.M.C.C., Sligte, H.W., Eck, E. van, Bollen, I., Buisman, M. & Loon-Dikkers, A.L.C. van (2018). Meer kansen voor jongeren. Nevenopbrengsten van vsv-projecten in het programma Kansen Voor Jongeren van het Oranje Fonds. Rapport 954, ISBN 94-6321-066-9, Amsterdam: Kohnstamm Instituut.
Sligte, H.W. (2014). Impact van de Commissie Dijsselbloem op het vsv-beleid. Deelstudie. Rapport 919C, Amsterdam: Kohnstamm Instituut.
deel deze pagina
Onderzoeken en publicaties
Partners en samenwerkingen
Kohnstamm Instituut
Kohnstamm Instituut doet onderzoek op het gebied van onderwijs, opleiding, opvoeding en jeugdhulp. Wij zijn gespecialiseerd in opdrachtonderzoek en komen voort uit de Universiteit van Amsterdam.