Auteurs
Meijden, A.J.H. van der, Klatter, E., Biemans, H., Mariën, H., Magereij, L., De Vre-Oprel, C. & Jonge, H. de. M.m.v. Erik van Schooten (2023)
RAPPORT: 1108 ISBN: 94-6321-167-3
Te veel mbo-instromers in het hbo vallen in de eerste twee jaar uit. Vanuit onderzoek en praktijk is bekend dat studenten vaak moeilijk hun weg vinden naar en in het hbo: de stap van mbo of havo naar hbo leidt tot hoge uitvalcijfers (Elffers, 2016; Mulder & Cuppen, 2018). Daarvoor valt niet één specifieke oorzaak aan te wijzen. Mbo’ers lijken in vergelijking met havisten/vwo’ers een andere aanpak nodig te hebben (van der Meijden, et.al., 2023). Zo beschikken mbo’ers over een afgeronde vakopleiding en kunnen ook kiezen om toe te treden tot de arbeidsmarkt, in plaats van door te studeren aan het hbo.
Vertraging en/of uitval van studenten bij de overgang van het ene onderwijsniveau naar het andere zijn een groot probleem, zowel voor de studenten zelf als voor het onderwijsbestel als systeem. In 2020 is het daarom mogelijk gemaakt om doorlopende leerroutes vmbo-mbo te ontwikkelen. De zogenoemde onderwijsprogramma’s TOT-route en hGL zijn te typeren als voorlopers van vele andere experimentele doorlopende leerroutes vmbo-mbo, gericht op doorstroom naar het hbo.
In dit onderzoek zijn doorstroomgegevens en studiesucces van studenten die deze doorlopende leerroutes hebben gevolgd en nu op het hbo zitten, vergeleken (-) met elkaar en (-) met reguliere mbo4-trajecten en (-) met de havo-route, en is gekeken naar onderliggende verklarende factoren.
De centrale onderzoeksvraag luidt: In hoeverre dragen versnelde doorlopende leerroutes in de beroepskolom bij aan het verbeteren van de doorstroom naar het hbo en het studiesucces op het hbo?
Voor beantwoording van de vraag zijn twee deelprojecten ontworpen. In deelproject 1 zijn cijfermatig verschillen in doorstroom naar, en succes in het hbo tussen versnelde en reguliere routes in beeld gebracht. In deelproject 2 is via vragenlijst- en focusgroeponderzoek dieper ingegaan op de vraag hoe eventuele verschillen te duiden zijn, en welke mechanismen eraan ten grondslag liggen.
Aansluitingscoördinatoren benoemen voornamelijk mechanismes met focus op het mbo-hbo en zijn praktisch minder gericht op de aansluiting havo-hbo. Coördinatoren geven aan geen zicht te hebben op in- en doorstroom vanuit de versnelde doorlopende leerroutes vmbo-mbo. Mechanismen behorend bij ‘studentfactoren’ zijn terug te leiden naar de kwaliteit van het onderwijs, de voorlichting en begeleiding van de vooropleiding.
Deze factoren maken samengevoegd duidelijk dat de overgang tussen vooropleiding en het hbo in essentie nog niet is overbrugd. De drie typen mechanismes, onderwijskundig, programmatisch en organisatorisch komen terug in de adviezen van de coördinatoren. Blijkbaar is het sinds de invoering van de wet op de doorstroom (2020) nog niet gelukt om de organisatie tussen de twee sectoren beroepsonderwijs mbo en hbo, zowel onderwijskundig als procesmatig te effectueren.
Meer informatie
Meijden, A.J.H. van der, Klatter, E., Biemans, H., Mariën, H., Magereij, L., De Vre-Oprel, C. & Jonge, H. de. M.m.v. Erik van Schooten (2023). Verbinding in de beroepskolom. Effecten van doorlopende leertrajecten. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Rapport 1108.
Contactpersoon: Erik van Schooten
Zie ook:
Meijden, A.J.H. van der, Schooten, E. van., Vaessen, A. & Stigt, A. van. M.m.v. Joost Meijer en Pjotr Koopman (2023). Ongelijke routes naar het hbo. Invloed van persoonlijke- en achtergrondkenmerken in combinatie met de gevolgde opleidingsroutes op de overgang naar hoger onderwijs. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Rapport 1104.
Samenwerkingspartners:
Wageningen University & Research
IVA Onderwijs
Terra Het Groene Lyceum
Da Vinci College
Hogeschool Rotterdam
deel deze pagina
Onderzoeken en publicaties
Partners en samenwerkingen
Kohnstamm Instituut
Kohnstamm Instituut doet onderzoek op het gebied van onderwijs, opleiding, opvoeding en jeugdhulp. Wij zijn gespecialiseerd in opdrachtonderzoek en komen voort uit de Universiteit van Amsterdam.